Wat is úw toegevoegde waarde voor de toekomst?
Technologische ontwikkelingen gaan sneller dan wij met onze huidige manier van organiseren en werken kunnen bijhouden. Hoe zorg je ervoor dat je straks niet buitenspel staat – als organisatie en als individu? Gerrit Vos houdt u en zichzelf een spiegel voor.
Kent u de robot Sophia al? Zo niet, raad ik aan om haar eens te googlen. Ze ziet er veel beter uit dan Asimo (de robot die Honda in 2000 ontwikkelde) en kan praten, lachen, emoties tonen en grapjes maken. Praten met Sophia doet je vergeten dat je te maken hebt met een machine. En ze is niet de enige. Er is een hele industrie (zie bijvoorbeeld Furhat) ontstaan die inspeelt op de persoonlijke benaderingstrend.
De nieuwe wegen die zo’n tien jaar geleden zijn ingeslagen door internetspecialisten werpen nu hun vruchten af. Kijk naar zelfrijdende auto’s en vrachtwagens, virtuele assistenten (Siri, Cortana, Google now), AI-Managers, Chatbots en AI-writers (Chrystal, Quill). Allemaal voorbeelden van Artificial Intelligence die al in de praktijk gebruikt worden.
Ethische gevolgen
Musk, Gates en consorten zetten vraagtekens bij de ethische gevolgen van AI, maar maken er ondertussen dankbaar gebruik van. Een goede discussie overigens, die weinig zoden aan de dijk zal zetten. Want technologie laat zich niet stoppen. De trein raast voort en er is voorlopig geen station in zicht waar gestopt kan worden.
Fintechs maken handig gebruik van deze ontwikkelingen. Ze waren de eersten die de mogelijkheden van NoSQL-technologie omarmden en lopen nu voorop met AI. Denk aan intelligente chatbots, beleggen met algoritmes en patroonherkenning van grote datavolumes. Het is grappig om te zien dat startups van enkele jaren geleden door de nieuwe generatie Fintechs worden weggezet als de ‘vorige generatie’. Jazeker, het gaat snel.
Verandering in het DNA
Banken en verzekeraars reageren op twee manieren:
1: We zien het wel, of:
2: We beginnen een Lab.
Beide aanpakken hebben weinig impact op de lopende operatie. En dat is precies het probleem. Er zijn maar weinig financiële dienstverleners die nieuwe ontwikkelingen incorporeren in hun operatie. In tegenstelling tot de Googles, Amazons, Facebooks en Microsoften. Zij hebben verandering in hun DNA. Continu anticiperen op wat er morgen nodig zal zijn. Want dat je vandaag expert bent, wil niet zeggen dat je dat morgen ook nog bent. Dat kan betekenen dat je buitenspel komt te staan als je je vaardigheden niet hebt aangepast.
Ik sprak laatst met professor Cees Min. Hij gaf een mooi voorbeeld. Een groep Nederlandse staalconstructiebedrijven zat met een groot tekort aan gecertificeerde lassers. Ze hadden allerlei initiatieven gestart om mensen op te leiden, uit het buitenland te halen, etc. Maar het resultaat was teleurstellend. Uiteindelijk kwamen ze tot een hele andere oplossing. Ze kochten samen een aantal robots en 3d-printmachines. Het probleem was binnen de kortste keren opgelost. Ze waren alleen vergeten dat ze voor de bediening van de machines een heel ander kaliber medewerkers nodig hebben. Wat deze ondernemers geleerd hebben is dat je je moet richten op morgen en je bestaande workforce hiervoor moet klaarstomen.
Spiegel voorhouden
Misschien is voor grote organisaties het opzetten van een lab de enige mogelijkheid om, vrij van bureaucratie, nieuwe technologieën te onderzoeken of initiatieven te lanceren. Toch moet deze technologie ingebed worden in de organisatie. Anders blijft deze achter als sterfhuis – en dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom is het belangrijk om medewerkers mee te nemen in het veranderingsproces. Aangezien dit in het teken zal staan van nieuwe technologie, doen ze er goed aan hun mensen een spiegel voor te houden en te vragen: wat is jouw toegevoegde waarde in de toekomst?